De 'best and brightest' bij Chordify zijn constant bezig met het vinden naar nieuwe manieren om de akkoordherkenningsalgoritmen te verbeteren. Ze werken in een veld dat zich bezighoud met ‘music information retrieval’ (MIR); een wetenschapsgebied dat verschillende disciplines combineert, zoals musicologie, kunstmatige intelligentie en informatica.
Onlangs is artikel Annotator subjectivity in harmony annotations of popular music gepubliceerd in Journal of New Music Research. Hierin wordt onderzocht of muziekexperts het eens kunnen worden over de akkoorden die zij horen. Dit blijkt minder simpel dan het klinkt.
Akkoorden herkennen is niet makkelijk en soms zijn muzikanten het zelf ook niet eens. Bijvoorbeeld Paul McCartney, George Harrison en Gary Moore (van de Beatles) over de openingsakkoorden van A Hard Day’s Night. In het artikel wordt gesteld dat deze ambiguïteit kan ontstaan door de geluiden die tijdens het productieproces worden toegevoegd. Met andere woorden, je phasers, distortions, flangers en chorussen voegen nieuwe geluiden toe die nieuwe harmonieën aangaan, en dus nieuwe akkoorden maken.
Wetenschappers zouden geen wetenschappers zijn als ze niet wat rauwe cijfers zouden geven. Dus, daar gaan we. De dataset, genaamd Chordify Annotator Subjectivity Dataset (CASD) bestaat uit 50 liedjes, die allemaal van akkoordlabels voorzien zijn door 4 muzikanten. Deze annotatoren hebben tussen de 15 en 25 jaar ervaring, en zijn zeer ervaren luisteraars. Ze deden gemiddeld 20 minuten en 25 seconden over het transcriberen van één liedje; en ze gaven de moeilijkheid van de liedjes gemiddeld 2,1 op een schaal van 5 (waarbij 5 het moeilijkst is). Tot slot, in totaal werden er 290 unieke akkoorden gebruikt. Als je het hele onderzoek wilt lezen, kun je hier het artikel downloaden.
Het artikel concludeert dat de muzikanten in de studie het maar 76 procent van de tijd eens waren over simpele akkoorden. En dan hebben we het nog niet eens over complexe experimentele jazzakkoorden. In dat geval zakt de mate van overeenstemming naar een magere 59 procent. Dus beargumenteren de schrijvers van het artikel dat het idee van een algemeen geldende waarheid, ook als het op akkoorden aankomt, onhoudbaar is.